Ondernemen met de beste ondersteuning

Nieuws

ZZP’er wil zich vrijwillig verzekeren

18 juni 2015 - Binnenkort zal het Kabinet met de openbaarmaking van het interdepartementaal beleidsonderzoek (IBO) ZZP haar reactie geven op het groot ambtelijk onderzoek naar de positie van zelfstandigen in het sociale en fiscale stelsel.

Vooruitlopend op de analyse en op de keuzes van het Kabinet, worden in politiek en polder stellingen ingenomen op onderwerpen als de zelfstandigenaftrek, pensioenopbouw én de vraag op hoe het risico van arbeidsongeschiktheid van zzp’ers zou moeten worden afgedekt.
Zes grote belangenbehartigers, die gezamenlijk meer dan 80.000 zelfstandigen vertegenwoordigen, vonden het hoog tijd om de zzp’er zélf aan het woord te laten. Het onderzoek is uitgevoerd door Totta Research N.V. Met 6.150 respondenten geeft het een duidelijk beeld van de wensen en behoefte van zelfstandigen.
 
De zelfstandige is zich bewust van de risico’s
Een belangrijke conclusie is dat de zzp’er zich zeer bewust is van het risico op arbeidsongeschiktheid. 31 procent heeft in geval van arbeidsongeschiktheid een probleem op de korte termijn; 55 procent op de lange termijn. Om met dit risico om te gaan heeft 86 procent zich georiënteerd op het afsluiten van een verzekering; toch heeft slechts 30 procent een verzekering afgesloten. Acht procent heeft een alternatieve dekking (Broodfonds, UWV). Van de niet-verzekerden geeft 34 procent aan ook geen verzekering nodig te hebben omdat hij/zij zekerheid aan andere bronnen ontleent (voldoende gezinsinkomen, opgebouwde eigen buffer, deels ook werkzaam in loondienst). Opgeteld heeft ruim de helft een vorm van voorziening.

Mismatch tussen aanbod, behoefte en prijs
Het feit dat velen zich verdiepen in een verzekering en slechts 30 procent zich verzekert, wijst op een mismatch tussen het aanbod in de markt, de wensen van de zelfstandige, de toegankelijkheid en de kosten van de verzekering. Immers, slechts zes procent van de niet verzekerden geeft aan zich onder geen beding te willen verzekeren. De overigen geven aan dat lagere kosten de belangrijkste factor is om wel tot vrijwillige verzekering over te gaan; daarnaast worden meer transparantie en meer vertrouwen in verzekeraars relatief veel genoemd.
Degenen die zich wel verzekeren kiezen veelal voor een ruime dekking,  ruimer zelfs dan de dekking die de meeste werknemers hebben. Zo verzekert 57 procent zich op basis van de uitoefening van het eigen beroep, en kiest daarmee niet voor passende of gangbare arbeid.
Conclusie mag zijn dat de balans in het afdekken van risico’s en de prijs die daarvoor betaald moet wordt onvoldoende tot stand komt: men verzekert zich goed, of men verzekert zich niet.
Er ligt dan ook een duidelijke uitdaging voor de markt om tot een betere afstemming van verzekeringsbehoefte en aanbod te komen. Een sleutelbegrip daarbij is prijs, maar ook transparantie van producten en (herstel van) vertrouwen in verzekeraars spelen een rol.

Verplichtstelling wordt niet als oplossing gezien
Een meerderheid van de zzp’ers (62 procent) is tegen een verplichte regeling.
Primair speelt hier het argument van de kosten: Zoals men nu het aanbod van de vrijwillige verzekering te duur vindt, ziet men ook geen ruimte om deze lasten verplicht te dragen. Slechts vijftien procent van de zzp’ers verwacht in redelijke mate in staat te zijn het tarief te kunnen verhogen. Naast de kosten is het principiële argument dat een ondernemer staat voor zijn eigen risico het meest genoemd (58 procent).
Het overgrote deel van de zzp’ers (91 procent) gelooft er absoluut niet in dat verplichtstelling helpt om schijnzelfstandigheid en verdringing tegen te gaan door voor de opdrachtgever een ‘level playing field’ te creëren. Immers, 85 procent ziet geen mogelijkheid de tarieven ‘eenvoudig’ te verhogen en ook alternatieve suggesties om de opdrachtgever op andere wijze te laten bijdragen (opslag op het tarief, collectieve afspraken) worden niet als relevante oplossing gezien.
Tenslotte lijkt de diversiteit in behoeften (omvang en aard van de dekking) niet te passen op een uniforme regeling: de zzp’er heeft behoefte aan keuzemogelijkheden.

Bijdrage aan het maatschappelijk debat
De onderzoekers realiseren zich dat inmiddels diverse partijen hebben aangegeven voorstander te zijn van een verplichte regeling. Daarbij lopen de argumenten uiteen van paternalisme (bescherm het individu tegen zichzelf), solidariteit (het delen van risico), het creëren van een gelijk speelveld, en uitholling van het stelsel van sociale voorzieningen.
Dit onderzoek leert dat 62 procent van de zzp’ers verplichting niet als oplossing ziet voor de eigen situatie noch voor het creëren van een gelijk speelveld; voor de zelfstandige is een beter aanbod van transparante en betaalbare producten, wellicht aangevuld met betere voorlichting over de producten en de risico’s, een meer voor de hand liggende optie.
Als argument vóór verplichting wordt het feit dat zzp’ers nu te grote risico’s lopen het meest als argument genoemd (42 procent). Daarnaast is relevant dat dertien procent zich wel wil verzekeren, maar problemen ervaart of voorziet met de acceptatie. Deze issues zijn oplosbaar door risicodeling in een grotere groep.
Op vragen naar de vormgeving, uitvoering en dekking van een hypothetische verplichte regeling antwoorden zzp’ers zeer verdeeld. Gevraagd naar de voorkeuren voor risicodeling (áls je risico’s deelt, met wie ben je dan solidair?) is de meest genoemde optie alle werkenden (werknemers, zzp’ers en flexwerkers samen) (28 procent). 

Conclusies
Het onderzoek toont aan dat een grote meerderheid van de zelfstandigen zich bewust is van de risico’s op en de gevolgen van arbeidsongeschiktheid en zich verdiept heeft in de mogelijkheden. Meer dan de helft heeft een adequate voorziening. Ook van de zzp’ers zonder voorziening zoekt de meerderheid de oplossing op de private markt. Het lijkt de moeite waard om deze optie een serieuze kans te geven.
Zelfstandigen geven overtuigend aan dat een verplichte regeling niet zal bijdragen aan het creëren van een gelijk speelveld tussen zzp’ers en werknemers: de mogelijkheden om het tarief te verhogen zijn zeer beperkt.
Verplichtstelling zou voor een forse groep zzp’ers een directe verlaging van het besteedbaar inkomen betekenen. Daarnaast speelt een rol dat verzekeren voor een forse groep niet relevant is, omdat er in geval van arbeidsongeschiktheid andere bronnen beschikbaar zijn; deze groep zal in geval van arbeidsongeschiktheid dan ook geen beroep op de bijstand doen.
Tegelijkertijd geeft het onderzoek aan dat er een aantal risico-categorieën bestaat. Een klein deel van de zelfstandigen geeft aan dat acceptatie door een verzekeraar een probleem is. Een fors deel van de zzp’ers die op dit moment geen voorziening hebben, geeft aan dat arbeidsongeschiktheid op lange termijn voor hen een significant probleem met zich mee zou brengen. Dat betekent dat het zoeken naar relevante oplossingen in de markt wel degelijk urgent is.
Ten aanzien van alternatieven die zouden gaan over het delen van risico’s van arbeidsongeschiktheid,  wijzen de belangenbehartigers er op dat dit thema niet louter over zzp’ers gaat, maar over het thema arbeidsongeschiktheid in brede zin. Zo kennen ook andere groepen werkenden (zoals flexwerkers en zelfstandigen met personeel) zeer beperkte faciliteiten ten aanzien van arbeidsongeschiktheid.

Doorsturen  |  Reageer  |  Nieuwsbrief

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Reageren

http://
Ik wil bericht per e-mail ontvangen als er meer reacties op dit artikel verschijnen.
Als extra controle, om er zeker van te zijn dat dit een handmatige reactie is, typ onderstaande code over in het tekstveld ernaast. Is het niet te lezen? Klik hier om de
code te wijzigen.